Rijksoverheid over bericht Wilma Mansveld:

[mosquito]

Met uw onderstaande bericht via rijksoverheid.nl en met een mail aan
IenM-voorlichter mw. Sleutjes hebt u op 20 juli jl. aandacht gevraagd
voor de zgn. kattenverjagers. Namens IenM reageer ik hierbij op uw
beide mails.

De vragen die Tweede Kamerlid P. Jansen (SP) heeft gesteld en de
antwoorden van staatssecretaris Mansveld daarop zijn u bekend.
Inderdaad is in het antwoord aangegeven dat katten in principe
gevoelig zijn voor hoge frequenties. Dat neemt niet weg dat er ook
apparaten op de markt blijken te worden gebracht die een lagere toon
(kunnen) uitzenden dan de genoemde 21.000 Herz, waardoor die apparaten
sneller hinderlijk kunnen zijn voor mensen. De door u aangehaalde
"Tuinwachter" is daar een voorbeeld van. U constateert echter terecht
dat er geen Europese of nationale producteisen gelden voor dit soort
apparaten.

Maar dat er geen producteisen gelden, betekent niet dat iedereen deze
apparaten zomaar overal mag ophangen en gebruiken als dat overlast
veroorzaakt voor andere mensen. Als overleg met de bezitter van een
kattenverjager geen oplossing biedt, vormt de Algemene Plaatselijke
Verordening (APV) het belangrijkste aanknopingspunt om overlast aan te
pakken. In die APV is doorgaans een bepaling over geluidsoverlast
opgenomen. Hoe die bepaling precies luidt, kan van gemeente tot
gemeente verschillen, maar vaak zal de strekking zijn dat het verboden
is om buiten een bedrijf "op een zodanige wijze toestellen of
geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten dat
voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt"
(dit is de tekst van de modelverordening, die door veel gemeenten in
de eigen APV is overgenomen). Daarnaast zou artikel 431 van het
Wetboek van Strafrecht houvast kunnen bieden als het gaat om apparaten
die ook 's nachts geluid produceren. Misschien zullen veel mensen bij
het nachtelijke "rumoer of burengerucht" dat in dat artikel strafbaar
is gesteld, in eerste instantie geneigd zijn om aan andere soorten
geluid te denken, maar dat is niet terecht. Het Ministerie van BZK
wees in 2008 ook al op dit wetsartikel in relatie tot de zgn.
"Mosquito" waarmee op sommige plekken de aanwezigheid van hangjongeren
werd bestreden.

Al met al ligt het optreden tegen deze overlast op het pad van de
gemeente resp. de politie. De staatssecretaris van IenM heeft op dat
terrein geen bevoegdheden en kan daarin om die reden geen rol
vervullen.

Vriendelijke groeten,

Jolanda Ribbers

Ministerie van Infrastructuur en Milieu,
DG Milieu en Internationaal/Directie Klimaat, Lucht & Geluid